Vandaag in de wekelijkse blog een vraag. Eerlijk gezegd heb ik de vraag niet zelf
bedacht. Leerlingen van LessenbijLeendert komen er regelmatig mee. Heel erg
leuk! Maar hoe leg je het antwoord uit? Misschien hebben andere rijscholen in Apeldoorn en omstreken hier ook wel mee te maken. Zou jij of u even willen meedenken? Ik heb drie voorbeelden.
Een voorbeeld. We rijden over de snelweg rond spitstijd. De
spitsstrook is open. Je weet hoe dat gaat: kijken, snelheid maken, kijken,
invoegen etc. Het invoegen kan in het begin nog best lastig zijn, pfft. En zeker als het zo druk is als vanmorgen op de A50 nabij Beekbergen. Daarna gaat de kandidaat om zich heen kijken, observeren, waarnemen. En in de helft van
de gevallen komt daarna de vraag.
Een ander voorbeeld. We rijden tijdens de rijles buiten de
bebouwde kom op een 60km weg. Zojuist heb ik netjes uitgelegd hoe je het
verschil kunt zien tussen een 60km weg (erftoegangsweg) en een 80km weg
(gebiedsontsluitingsweg). De leerlingen snappen dat verschil heel goed, vooral
als je de juiste motivatie erbij gebruikt. Als we eenmaal lekker onderweg zijn, komt er een aantal auto’s voorbij, ze halen ons in. En dan krijg ik in veel gevallen weer die vraag.
Mag ik nog één voorbeeld noemen? We toeren in een
industriegebied op een 30km weg en houden ons netjes aan de snelheid. We leren goed om ons heen te kijken en te selecteren uit de hoos aan informatie die op ons afkomt. Het verkeer is geen moment hetzelfde. Dat geldt zeker op
een bedrijventerrein. Achter ons dringt een auto op zeer korte afstand. De leerling stelt weer de vraag.
Wat ziet een automobilist in opleiding waardoor hij of zij de vraag aan mij gaat stellen aan mij? Heeft u of heb jij een idee van wat ‘de vraag’ zou kunnen
zijn?